Verschenen in de Nieuwsbrief Autonoom Leiderschap (LinkedIn) – 13 oktober 2024
“Dominique, zit je nu in je hoofd of in je hart?” Een vraag die me, in de jaren dat ik me in spiritualiteit verdiepte, meerdere keren per dag werd gesteld. Door mijn leraar en door mezelf. Mijn antwoord? “Geen idee, ik kan in mijn lichaam het verschil niet voelen.”
Niet dat ik dat toen aan mezelf toegaf hè. Of hardop zei. Of als vraag in de les naar voren bracht. Ik keek wel uit, net iets te kwetsbaar. Want in de richting die ik toen bestudeerde stond ‘in je hart zitten’ gelijk aan liefde en ‘in je hoofd zitten’ aan ego. En dat ego moest de deur uit.
Wat ik wel deed? Ik mediteerde dagelijks met deze vraag, las er nog-maar-weer-eens een boek over en discussieerde uren met mijn vrienden. En het bracht me niet verder. Mijn denken was er druk mee, mijn lichaam bleef stil. ‘Hoofd of hart’ en ‘ego of liefde’ bleven voor mij een mentaal concept. Een concept waar ik steeds meer vraagtekens bij zette: wat ís dat nu eigenlijk ‘in je hart zitten’? Na een tijd gevolgd door ‘bestáát dat eigenlijk wel’?
Praktijkonderzoek
Klaar met mijn meditaties, boeken en discussies startte ik mijn eigen praktijkonderzoek. Zit ik in mijn hart als ik op ieder verzoek ‘ja!’ zeg en iedereen blij maak? Of is het juist wanneer ik tevreden ben met mezelf? Of is er misschien nog een soort next level en zit ik pas echt in mijn hart wanneer ik steevast opgewekt reageer als de dingen tegenzitten? En belangrijker nog, kan ik de antwoorden hierop nu wél in mijn lichaam voelen?
En dat ‘in mijn hoofd zitten’, is dat wanneer ik een grens aangeef en boos word wanneer een ander daaroverheen gaat? Of is dat wanneer ik weer eens grom wanneer de dingen tegenzitten? Of zit ik juist in mijn hoofd wanneer ik, zoals nu, kritische vragen stel? En ook hier weer, kan ik déze antwoorden dan in mijn lichaam voelen? Mijn antwoord bleef nee.
Ondertussen bleken mijn hoofd en hart ook nog eens twee verschillende werelden, ieder met een eigen taal. Twee talen die elkaar -nét iets te vaak- tegenspraken. Leek mijn hart ‘ja’ te roepen, dan twijfelde mijn hoofd. En vond mijn hoofd iets verstandig, dan bleef mijn hart alarmerend stil. Mijn verwarring groeide, het antwoord op mijn vragen leek verder weg dan ooit.
Van of-of naar en-en
“Ik krijg ze gewoon niet bij elkaar!” Het is voorjaar 2020. Terwijl ik hardop met mezelf discussieer, loop ik door het bos. Lentebloemen, lentegroen, vogels die druk zijn met nestjes bouwen, ik zie het niet. Mijn hoofd is te druk met nadenken.
En dan gebeurt het. Middenop een bospad sta ik stil. ‘Wacht eens even … hoezo krijg ik ze niet bij elkaar? Zitten ze los dan? En hoezo moet het óf mijn hoofd óf mijn hart zijn? Waarom kan het niet gewoon én-én?’ Dit ene bosmoment blijkt het kantelpunt in mijn zoektocht.
Mijn onderzoek naar de ‘en-en’ brengt me bij het autonome zenuwstelsel, de bedrading die letterlijk ons brein met de rest van ons lichaam verbindt. En daarmee dus mijn hoofd en mijn hart. In dit autonome zenuwstelsel vind ik het uiteindelijke antwoord: ‘Dominique, zit je nu in je hoofd of in je hart?’ is de verkeerde vraag.
Juiste vraag
De vraag is niet of ik op enig moment in mijn hoofd of in mijn hart zit, maar of mijn autonome zenuwstelsel wel of niet in zijn chillzone zit. Het blijkt de enige ‘of-of’ die ik fysiek kan voelen. En ik ontdek meer. Of mijn chillzone wel of niet online is, heeft direct effect op wat er in mijn hoofd en in mijn hart gebeurt.
Nu hoor ik je denken. “Hoezo heeft jouw chillzone direct effect op wat er in je hoofd én in je hart gebeurt?” Voor het antwoord hierop neem ik je een stukje mee in de werking van ons autonome zenuwstelsel.
Chillzone
Zit ons autonome zenuwstelsel lekker in zijn chillzone, dan is de bedrading van zijn ventrale vagale deel online. Letterlijk bedrading hè: de ventrale vagaal is het deel van ons autonome zenuwstelsel dat ons brein, ons hart en onze longen, onze stembanden, gezichtsspieren, ogen en oren met elkaar verbindt en aanstuurt.
Wanneer dit deel van ons zenuwstelsel online is, zorgt het ervoor dat ons hart ontspannen zijn werk kan doen en we ruim en rustig ademhalen. Het regelt dat onze stem zijn natuurlijke warmte heeft en dat we een levendig bewegend gezicht hebben.
En deze multitasker doet meer. De ventrale vagaal zorgt ervoor dat onze ogen sprankelen en direct laten zien hoe wij ons voelen. Tegelijkertijd zorgt het ervoor dat onze ogen de kleinste bewegingen in het gezicht van onze gesprekspartner registreren. En deze bedrading maakt ook dat onze oren de subtiele nuances in een stem oppikken, zodat we verstaan wat er wel en niet gezegd wordt. Kortom: met onze ventrale vagaal online, zitten we in onze chillzone en staan we optimaal in de verbindingsstand.
Alleskunner
Mijn vroegere spiritueel leraar zou zeggen dat we in deze verbindingsstand in ons hart zitten. Ik ontdekte dat dit de helft van het antwoord was. Hoe meer ik me verdiepte in het autonome zenuwstelsel, hoe meer ik besefte dat we op zo’n verbindingsmoment in ons hart én in ons hoofd zitten.
Hoe dat zit? Onze chillzone (en daarmee dus die ventrale vagaal) is een alleskunner.
Wanneer onze chillzone online is, zorgt hij -naast alles wat je net las- er ook voor dat ons denkbrein ontspant en rustig zijn ding kan doen: onze neocortex met zijn heldere denkvermogen is online. Met nog een extra bonus. Ook ons taalbrein is op zo’n moment lekker actief, waardoor we goed kunnen verwoorden wat we denken én voelen. Handig wanneer we een gevoelig gesprek hebben of om een andere reden elkaar beter willen begrijpen.
“Dominique, zit je nu in je hoofd of in je hart?” Laten we deze vraag vervangen door de vraag of ons autonome zenuwstelsel wel of niet in zijn chillzone zit. Zit hij in zijn chillzone? Dan kunnen ons hoofd en ons hart allebei -en tegelijk- hun fijne ding doen.