Verschenen in de Nieuwsbrief Autonoom Leiderschap (LinkedIn) – 15 december 2024
In het onderzoek voor mijn boek over Autonoom Leiderschap dook ik nog eens in mijn aantekeningen over ‘biologische botheid’:
Het ontbreken van natuurlijke, veiligheid scheppende non-verbale signalen van het ene autonome zenuwstelsel in de wisselwerking met een ander zenuwstelsel.
Ontbreken of haperen in een gesprek mijn veiligheid scheppende non-verbale signalen? Dan registreert de autonome veiligheidsradar van mijn gesprekspartner een alarmbliep en een onbewust gevoel van onveiligheid. ‘Something is off’, onze fijne chillzone-verbinding gaat een stukje offline. Dit hoeft niet persé in een gesprek te zijn. Denk bijvoorbeeld aan die keer dat je in het voorbij lopen naar een collega glimlachte en geen glimlach terugkreeg. Dat ongemakkelijke gevoel dat je kreeg? Dat is het werk van je autonome zenuwstelsel dat zegt: “Alarm, hier klopt iets niet.”
Het effect van biologische botheid
Het doet me denken aan een cursus Autonoom Leiderschap, waarin een cursist wilde weten hoe het effect van biologische botheid voelde.
“Ik bedoel Dominique, zo erg kan het toch niet zijn?”. Ik glimlach en kijk haar aan. “Zullen we het zometeen eens uitproberen? Dat je in je lijf voelt wat er dan gebeurt?”
Ze knikt “ja hoor.” Lachend kijkt ze haar mede-cursisten aan. Gegrinnik in de groep.
Terwijl ze rondkijkt, laat ik mijn gezicht vlak worden. Mijn ogen die net nog glimlachten, worden leeg. Wanneer ze mij weer aankijkt, is mijn gezicht volkomen uitdrukkingsloos. In reactie deinst ze achteruit in haar stoel, met een hand op haar buik. Haar wenkbrauwen schieten omhoog, haar ogen sperren open en ze kijkt weg.
“Gatver, dit is gewoon eng!”
Ik trek een paar gekke gezichten om mijn spieren weer te activeren en laat mijn glimlach weer terugkomen. “Best heftig hè. Nu heb ik het een beetje overdreven om je het effect extra te laten voelen. Wat merkte je op in je lijf?”
“Ik verstrakte helemaal en kreeg pijn in mijn buik. Mijn adem ging tot hier en ik kon je niet meer aankijken”. Ze wijst naar haar borstbeen.
Ik knik. “Dit is een acute triggerreactie van je autonome zenuwstelsel op mijn biologische botheid. Bigtime alarm.”
Ze is even stil. Dan: “Ik wist niet dat zoiets kleins zo’n groot effect kon hebben op hoe ik me voel. Dit gebeurt vaker zeg je? Hier ga ik voortaan op letten.”
Drie manieren waarop ons lichaam veiligheid communiceert
Wat zorgde er nu voor dat het autonome zenuwstelsel van deze cursist alarm sloeg? Het antwoord op deze vraag vinden we in drie groepen non-verbale signalen die ons zenuwstelsel gebruikt om veiligheid te communiceren.
1. Grote spieren
Eerst onze grote spieren. Leunt mijn collega enthousiast pratend in mijn richting en beweegt mijn bovenlijf in reactie een paar millimeter naar haar toe? Dan geeft mijn autonome zenuwstelsel non-verbaal het signaal ‘veiligheid oké’. De ‘chillzone’ van ons gesprek groeit en mijn collega voelt zich op onbewust niveau gezien, gehoord en begrepen.
Beweegt mijn romp, in plaats hiervan, op zo’n moment net ietsje achteruit? Dan wordt ook deze spierbeweging onbewust door haar zenuwstelsel opgepikt. Gevolg? Haar stem hapert even, haar wenkbrauwen fronsen en haar ogen gaan in één beweging van vrolijk, naar verward, naar behoedzaam. Something is off. Het aanstekelijke enthousiasme dat we net deelden, is weg.
2. Ogen
Dan onze ogen. Kijken we onze gesprekspartner op een ontspannen manier af en aan in de ogen, in het ritme van ons gesprek? Dan ervaren onze beide zenuwstelsels een precies-goed oogcontact en daarmee een fijne (lees: veilige) gespreksflow.
Kijk ik de ander nu te lang of juist te weinig aan? Sper ik mijn ogen ineens wijd open of knijp ik ze een beetje samen? Kijk ik tijdens ons gesprek even op mijn mobiel? Ieder van deze oogbewegingen zorgt voor een onbewust alarmsignaal op de veiligheidsradar van mijn gesprekspartner. Something is off. Zijn of haar autonome zenuwstelsel ervaart een glitch in de verbinding.
3. Kleine gezichtsspieren
En dan de derde groep: de snel bewegende gezichtsspiertjes tussen de horizontale middellijnen van onze ogen en lippen.

Deze kleine spiertjes maken -vooral wanneer ik iemand aankijk- subtiele en onbewuste bewegingen, die door het zenuwstelsel van de ander worden opgepikt als een teken van mijn sociale betrokkenheid. Als een veilige verbinding dus. Dit opmerken gebeurt ook weer onbewust: deze subtiele spierbewegingen zijn met het blote oog niet te zien en vinden meerdere keren per seconde plaats.
Wat mijn gesprekspartner wél bewust registreert, is dat mijn gezicht aandachtig, beweeglijk en betrokken is. Zijn chillzone reageert hier meteen op: fijn dit. Gevolg? Zijn spiegelneuronen komen online en zijn gezicht beweegt spontaan mee met die van mij. We ervaren allebei een toffe verbinding.
Verstrakken of verslappen nu deze betrokkenheidsspiertjes in mijn gezicht -omdat ik getriggerd raak door een opmerking bijvoorbeeld- en wordt mijn gezicht ineens hard of vlak? Bliep. De veiligheidsradar van zijn autonome zenuwstelsel registreert het eerder dan zijn bewuste brein en geeft direct een alarmsignaal. Something is off. Die fijne verbinding van zojuist hapert of gaat helemaal offline.
De oorzaak van biologische botheid
We hebben nu gezien hoe non-verbale signalen veiligheid of onveiligheid overbrengen. En in het voorbeeld met de cursist zagen we wat er gebeurt wanneer veiligheid scheppende non-verbale signalen plotseling plaatsmaken voor biologische botheid.
Waar ligt nu de oorzaak van deze biologische botheid? Kort gezegd: in de staat van ons autonome zenuwstelsel. Wanneer dit autonome systeem uit zijn chillzone raakt door stress, spanning of een gevoel van onveiligheid, schakelt het binnen een nanoseconde over naar een triggerstaat. Dit heeft direct gevolgen voor de non-verbale signalen die we uitzenden. In plaats van die veiligheid scheppende, verbindende signalen, schakelt ons autonome zenuwstelsel over naar verharde, verstarde of verlamde signalen die onbewust door het zenuwstelsel van de ander worden opgepikt.
Het effect? De veiligheidsradar van de ander slaat alarm. Something is off. Dit kan er weer voor zorgen dat ook dit autonome zenuwstelsel uit zijn chillzone raakt en op zijn beurt overschakelt naar een triggerstaat. Met weer nieuwe signalen van biologische botheid als gevolg. Binnen een paar seconden ontstaat er een kettingreactie waarin onze zenuwstelsels niet langer zijn afgestemd op verbinding. Van het ene op het andere moment zijn we aan het vechten of verdedigen.
Conclusie
Biologische botheid, het kan subtiel beginnen en heeft tegelijkertijd een grote impact. Het laat zien waardoor een veilige verbinding van het ene op het andere moment kan haperen en geeft meteen ook een belangrijke aanwijzing hoe we deze weer kunnen herstellen.
Een veilige wisselwerking tussen onze autonome zenuwstelsels begint bij (lichaams)bewustzijn: wat straal ik uit en hoe wordt dit door de ander ontvangen?
Door ons meer bewust te zijn van de veiligheid scheppende non-verbale signalen die we uitzenden, kunnen we onszelf en de ander beter helpen om in de chillzone te blijven. Hierdoor zullen we zo’n veilige verbinding eerder online hebben én houden.