Vier tellen in... zes tellen uit

Terug

Het is vijftien graden lees ik in het weerbericht. In het beschutte hoekje van mijn tuin voelt het minstens twintig. Uit dat vest. Ik draai mijn stoel mee met de zon.

Toppunt van relaxt zijn zou je zeggen. En dat is het niet. Het is druk in mijn hoofd. Er is onrust in mijn lijf. Ik ben kriebelig. Ik sta op, pak koffie. Ga weer zitten. Pak mijn mobiel, loop mijn berichten na. Leg hem weer weg. Het is een onrust die ervoor zorgt dat to-do lijstjes voorbij blijven komen en ik het idee heb dat ik iets moet dóen, in plaats van even te niksen en te genieten van de zon.

Terwijl ik me nog zo heb voorgenomen deze ochtend rustig aan te doen en even bij te tanken na een paar toffe dagen van lesgeven en creatieve besprekingen.

Ik registreer het mooie om me heen wel, maar geef het niet mijn echte aandacht. En dus komt mijn autonome zenuwstelsel niet tot rust. Blijft mijn hoofd bezig met blogideeën. Loop ik om het kwartier mijn socials na. Check ik steeds mijn mailbox.

Inmiddels ben ik een uur verder. Mijn onrust is frustratie geworden. Waarom voel ik me nog steeds niet relaxt? Zo komt er niks van uitrusten.

Wanneer ik voor de derde keer kijk hoe laat het is besef ik wat ik aan het doen ben. In plaats van bewust contact te maken met de onrust in mijn fysieke systeem blijf ik erin meegaan en houd ik mijn adrenalinestroom aan de gang. Zo blijft mijn autonome zenuwstelsel getriggerd en komt het niet in zijn chillzone terug. En die chillzone is juist nodig om even bij te kunnen tanken.

Tijd om mijn autonome zenuwstelsel te reguleren.

Het reguleren van ons autonome zenuwstelsel gaat via ons fysieke systeem. Dus richt ik mijn aandacht op mijn adem. “Vier tellen in… zes tellen uit”, ik hoor het mezelf nog zeggen in de les van gisteren. Het is één van de eerste regulatietools die ik mijn cursisten leer.

Nu heb ik het zelf nodig. Ogen dicht en ademen. Vier tellen in. Zes tellen uit. Langer uit- dan inademen vindt het autonome zenuwstelsel lekker. Mijn voeten voelen, mijn zitknobbels op de stoel, mijn rug tegen de leuning. Dat ook.

Mijn kaken beginnen te ontspannen. Mijn tanden klapperen even mee. Er trekt een kramp door mijn rug. Mijn armen en handen willen rekken en strekken. Ik laat het gebeuren. Blijkbaar werd mijn autonome zenuwstelsel in de afgelopen dagen vaker getriggerd dan ik in de gaten had.

“Vier tellen in… zes tellen uit. Voeten.. zitknobbels.. rug.” Ik blijf mijn aandacht naar binnen richten, waardoor mijn fysieke systeem rustig door kan gaan met loslaten van zijn opgebouwde spanning. Nog een beetje meer rekken. Mijn armen schudden. Een zucht. Een diepere zucht. Beter.

Met behulp van mijn adem en aandacht is mijn autonome zenuwstelsel teruggekeerd in zijn chillzone. Ben ik alsnog ontspannen en kan ik echt gaan bijtanken. Geniet ik wél van deze zonnige woensdagmorgen in mijn tuin.

Herken jij het dat de vogeltjes kwetteren en jij alleen maar denkt “Hoeveel likes heb ik nu op mijn post?” Misschien probeert je autonome zenuwstelsel je iets te zeggen. Vier tellen in… zes tellen uit. Enjoy.