Veerkracht en penduleren
Terug“Wat bedoel je eigenlijk met penduleren?”
Hij kijkt me nieuwsgierig aan. De andere deelnemers aan deze dagworkshop Embodiment Coaching kijken naar hem en knikken instemmend. Goeie vraag. Dan draaien ze hun hoofd naar mij en gaan rechtop zitten. Pennen in de aanslag.
“Penduleren is een manier om de veerkracht van ons autonome zenuwstelsel te vergroten. Een grotere veerkracht zorgt ervoor dat we makkelijker om kunnen gaan met triggersituaties. Dichterbij onszelf kunnen blijven, soepel kunnen meebewegen en meer zelfvertrouwen ervaren.”
Ik ben even stil. Zoek naar de juiste woorden. Vandaag is een introductiedag in Embodiment Coaching en penduleren is een onderwerp uit het verdiepingsjaar van de opleiding. Hoe ga ik dit aanvliegen? Dan weet ik het.
“Met penduleren helpen we een cliënt om kort contact te maken met een recente triggerervaring.” Ik ben even stil. “Met de nadruk op kort. Een halve minuut kan al genoeg zijn. Vervolgens helpen we hem om zich een fijne chillzone ervaring te herinneren en daar contact mee te maken.
Ik ben weer even stil. Denk na.
“En contact is niet alleen er even aan denken hè. Met contact bedoel ik contact op drie niveaus: fysiek, emotioneel en mentaal. Contact met je hele systeem dus. Embodied contact.”
Het is stil. Vijf hoofden zijn gebogen. Pennen vliegen over het papier. Hier en daar fronsen wenkbrauwen. Er wordt gekrast en opnieuw geschreven.
Wanneer de ogen weer op mij gericht zijn kan ik verder.
“Doordat jij je cliënt helpt deze twee verschillende ervaringen -trigger en chillzone- op deze drie niveaus te voelen én hem dit een paar keer laat afwisselen, gaat het autonome zenuwstelsel van je cliënt ervaren dat ‘ie niet voor altijd in die triggerervaring vast hoeft te blijven zitten. (…) Waarom zou dat belangrijk zijn? Waarom wil je jouw cliënt deze ervaring geven?”
Vragende gezichten kijken terug. Geen idee.
Tijd voor een aanvulling. “Wanneer ons autonome zenuwstelsel getriggerd raakt, gaat de tijdwaarnemer in ons brein offline: dat deel van onze hersenen dat ons laat weten dat wát we ook voelen, dit vroeg of laat tot een einde zal komen. Dit besef maakt wat we ervaren draaglijker. Juíst omdat we beseffen dat het een keer overgaat.”
“Welk deel van het brein is dat?” De vragensteller van zojuist zit er lekker in. Zijn ogen staan helder en nieuwsgierig, zijn bovenlijf leunt lichtjes naar voren en zijn pen rust schrijfklaar op het papier.
Ik lach. “Komt ‘ie: de dorsolaterale prefrontale cortex.” “Huh?!” “De watte?” “Kun je dat even herhalen?” Nu komen de vragen van meerdere kanten en tegelijk.
Ik herhaal het en wijs naar de zijkanten van mijn voorhoofd. “Hier zit ‘ie. Dit deel van onze cortex zorgt er voor dat we beseffen dat wát we ook voelen, het een keer overgaat.”
Ik ben even stil. Net als de deelnemers. Het is veel informatie. Tijd voor een voorbeeld.
“Wanneer ik bijvoorbeeld een groot verlies meemaak, kan mijn autonome zenuwstelsel overweldigd raken door intens verdriet. Door de intensiteit van deze emotie raakt mijn autonome zenuwstelsel getriggerd en gaat die tijdwaarnemer in mijn cortex down. Hierdoor krijg ik het gevoel dat dit verdriet nooit meer over gaat. Wat het alleen maar erger maakt. En waardoor mijn systeem alleen maar nóg meer overweldigd raakt.
Ken je dat? Wanneer je een verlies meemaakt wat je diep raakt en dat een goedbedoelende vriend dan zegt: “Rustig maar, nu vind je het erg maar over een tijdje voel je je een stuk beter”? Dat je snapt wat ‘ie zegt, maar dat je er he-le-maal niets mee kan?”
Een deelneemster knikt. “Sterker nog dan word ik boos, voel ik me niet begrepen.” De anderen knikken ook. Allemaal hebben ze beeld. Ik knik mee. “Je autonome zenuwstelsel voelt zich onbegrepen en dus onveilig. Het raakt alleen maar nog meer getriggerd.”
Terug naar mijn vraag. “Waarom is penduleren in het werken met het autonome zenuwstelsel in zo’n geval belangrijk?
Anders gezegd: Waarom is het van belang dat jij je cliënt leert heen en weer te bewegen van een chillzone-ervaring naar zo’n triggerervaring en weer terug?”
Het blijft stil. Bladzijden in de aantekenboekjes worden snel omgeslagen. En weer terug. Wenkbrauwen worden gefronst.
“Lees nog eens rustig wat je zojuist hebt opgeschreven en heb het er even met elkaar over. Ik ben zo terug.” Een goed moment voor een pitstop.
Wanneer ik terugkom, geeft één van de deelnemers -degene die met zijn vraag dit onderwerp opstartte- het antwoord dat hij met zijn peers vond. “Dan leert zijn autonome zenuwstelsel dat ‘ie een intense emotie kan voelen zonder dat dit voor altijd is.”
Ik ben benieuwd naar hun gedachtengang. “Hoe leert ‘ie dat dan?” Stilte. Een andere deelnemer geeft antwoord. “Omdat je het autonome zenuwstelsel en het brein hiermee letterlijk laat ervaren dat een moeilijke ervaring niet eeuwig duurt. Van triggergevoel ga je naar chillgevoel. Van chillgevoel weer naar triggergevoel. En weer terug.”
“Nice! En er gebeurt meer. Dit heen-en-weer-bewegen tussen trigger- en chillstand maakt het autonome zenuwstelsel en het brein veerkrachtig. En dat is belangrijk voor het werken met dieper opgeslagen triggerervaringen.
Dit penduleren helpen oefenen vraagt van ons als begeleiders dat we zelf een stevige chillzone en een veerkrachtig zenuwstelsel hebben opgebouwd. Alleen zo kunnen we een cliënt hier veilig in begeleiden.
Over penduleren is nog veel meer te vertellen en te leren. Voor vandaag is dit even genoeg. In deel twee van de opleiding tot Embodiment Coach leer je hier mee werken.”
De rest van de dag oefenen we met onze chillzone. We ontdekken voor welke triggers het gevoelig is, hoe het voelt als ‘ie offline gaat en hoe we hem weer online krijgen. Vijf deelnemers, vijf verschillende systemen, vijf verschillende chillzones. Embodiment Coaching is geen ‘one size fits all’.
Ben jij een ervaren coach of therapeut en wil jij het subtiele lichaamswerk vanuit het autonome zenuwstelsel leren -inclusief dit penduleren- toevoegen aan jouw werkwijze? Dan ben je van harte welkom in de opleiding tot Embodiment Coach. We starten op 4 september.