Tijd
TerugTijd en ik doen het niet zo goed samen. Beter gezegd: we hebben een haat-liefde verhouding. Het ene moment heb ik het gevoel dat ik alle tijd van de wereld heb. Het andere moment hijgt tijd me in de nek of heeft hij me juist uit het niets ingehaald en heb ik verbijsterd het nakijken. Mijn vrienden weten het inmiddels: als het gaat om mijn tijdbeheer vink ik een ADHD-hokje aan.
Afgelopen zondagmorgen was zo’n nek-hijg-moment.
Ik zit op het kleed, klaar voor weer een fijne dag theatercontent. De hele dag ligt nog voor me; een zee van tijd. Mijn chillzone is er helemaal klaar voor.
Ik sla mijn scriptboek open. Nog steeds teveel post-its. Ik pak mijn mobiel en kijk in mijn agenda. Even kijken hoeveel reservetijd ik nog heb wanneer ik het script vandaag niet af krijg. Nog veertien dagen, moet lukken.
Dan zie ik het. In de week voor het theater staan er flink wat afspraken. En een trainingsdag. Kak. Hoe kan dat nou? Wacht, misschien heb ik ervoor nog bufferdagen ingebouwd. Ik scroll terug richting vandaag. Niet dus. Komende zaterdag geef ik les en donderdag is het boek-schrijf-dag. En stik, dinsdag en woensdag zitten ook al vol.
Weg chillzone. Mijn middenrif verkrampt en mijn adem stokt in mijn keel. Onder mijn huid zit ineens een druk die naar buiten wil. Mijn buik en maag spannen aan. In reactie klemmen mijn kiezen op elkaar.
“Ontspannen Dominique.” Ik zeg het hardop tegen mezelf. Klemmen. Ontspannen. Klemmen. Het werkt niet.
Met snelle bewegingen sla ik de vellen van mijn scriptboek om. Post-its, post-its en nog meer post-its. Ik hoor de stem van mijn storytelling teacher weer in mijn hoofd: “twintig minuten per dichtregel”. Hoe dan? Nietsziend kijk ik uit het raam en duw kat Baloe weg die snorrend komt kijken wat er aan de hand is.
Mijn hart maakt een roffel. Tussen mijn schouderbladen staat het strak. Mijn getriggerde gevoelsbrein komt met een freezegedachte: ‘Dit gaat me nooit lukken!’ In reactie wordt het strakke stuk tussen mijn schouderbladen heet. Het begin van paniek.
Nu schiet mijn denkbrein te hulp: ‘Deze dag heeft dezelfde uren als gisteren toen je lekker bezig was. Dus waarom zou het vandaag niet lukken? En het theater is pas over twee weken, je hebt tijd genoeg tussendoor.’
Ook dit werkt niet. Mijn denkbrein kan sussen wat hij wil, mijn gealarmeerde gevoelsbrein heeft het roer overgenomen. Om preciezer te zijn; mijn angstcentrum. En zo te voelen staat deze inmiddels roodgloeiend.
Dit angstcentrum doet al millenia lang zijn ding. Het waarschuwt voor gevaar. En het doet meer. Het zorgt voor een stortvloed aan stresshormonen en zenuwimpulsen die onze bloeddruk, hartslag en zuurstofgebruik omhoog jagen zodat ons autonome systeem in een nanoseconde kan vechten of vluchten. Handig wanneer een bergleeuw op een richel boven je naar beneden staat te loeren. Minder handig wanneer we op een kleed in onze woonkamer zitten en nadenken over een planning.
‘Dit moet je kunnen Dominique, je weet hoe het werkt. Reguleren maar’. Ik loop de tuin in, doe mijn regulatie-oefeningen en kijk naar de wolken. Mijn hart blijft snel slaan, de druk onder mijn huid blijft duwen en mijn kaken blijven klemmen. Ook dit werkt niet.
Sterker nog, ik voel de adrenaline door mijn aderen jagen. Hulpeloze angst, agitatie of anxiety; hoe we het ook noemen dit is een triggerreactie vanuit oude opgeslagen survivalstress. Ik weet het en toch lukt het me niet om mezelf te reguleren. Blijkbaar heeft de spanning in mijn systeem zich de afgelopen dagen meer opgebouwd dan ik in de gaten had.
Mijn getriggerde gevoelsbrein heeft inmiddels mijn hele denkbrein gekaapt en doet er nog een schepje bovenop: ‘Je weet toch dat je moet ontspannen om creatief te zijn!’ ‘Alsof dat helpt.’ Ruziënde stemmen kakelen in mijn hoofd door elkaar.
Ik zucht. “Getverdemme, waarom lukt dit nou niet?” En zucht nog een keer. Retorische vraag; mijn chillzone is te ver down om mijzelf te kunnen reguleren. “Oké dan.” Ik pak mijn mobiel en stuur een vriendin -een kei met de tijd en een held in structureren- een appje. “Heb je tijd? Ik loop klem in de planning, zit op de glijbaan richting bevriezen en heb co-regulatie nodig anders kom ik er niet uit.”
Twee minuten later. Ping. “Natuurlijk! Kom maar door met die glijbaan.”
Een half uur later hang ik op. Mijn adem doet het weer. De druk onder mijn huid is weg. Mijn kaken zijn weer los. Mijn buik en maag zijn weer zacht en warm. Kortom: mijn stresshormonen zijn weer terug op hun baseline.
Voor me ligt een A4-tje met een tijdsplanning voor vandaag. Op een ander vel staat een stappenplan om de post-its te decimeren. In mijn agenda staat een kersverse timetable voor de komende twee weken. Nu mijn chillzone weer online is en mijn brein weer helder kan denken lijkt het te simpel voor woorden.
“Wel aan het schema houden hè, niet gaan freestylen nu je chillzone weer aan is.” Een laatste advies voordat ze ophangt.
Ik grinnik, ze kent me te goed. “Scout’s honour.”
Uitreiken. Hulp vragen. Goede raad opvolgen. Alledrie kwaliteiten van onze chillzone. Zolang deze -al is het nog maar een klein beetje- online is kunnen we om hulp vragen en van die glijbaan terugkeren. En ja, soms vraagt zelfregulatie om co-reguleren.
Benieuwd naar meer verhalen over onze chillzone, welke kwaliteiten daar aanwezig zijn en hoe je hem weer online krijgt?
Kom dan op 5 maart a.s. naar mijn theatermiddag in het Posttheater in Arnhem. Je bent van harte welkom.