Oortjes
Terug“Denk nou toch eens ná Dominique! Ongeloveloze …..”
Het is zondagmorgen. Ik sta op het punt een rondje bos te crossen maar mijn oortjes zijn niet opgeladen. Een bloemrijke tirade volgt terwijl ik weer van mijn fiets stap. Terug naar binnen.
Op zoek naar mijn reserve-oortjes hoor ik mezelf schelden. En sta stil. Kak. Dit is precies waar we het in de afgelopen les Autonoom Leiderschap over hadden.
Pratend over eigenwaarde en het soms ongrijpbare gevoel van ‘niet goed genoeg zijn’ vertelt een cursist over haar gewoonte op zichzelf te schelden wanneer ze iets onhandigs doet. Of iets vergeet. “Zo houd ik mezelf scherp”.
Dit zichzelf scherp houden heeft haar ver gebracht in haar werk als commercieel teammanager. En het houdt haar tegen. “Ik heb het gevoel dat ik meer kan, maar dat doe ik niet want ik ben nu al zo gespannen.”
Met behulp van FeltSense -de subtiele lichaamswaarneming waarmee we binnen Autonoom Leiderschap onze ervaringen nader onderzoeken- ontdekt ze waar de oorsprong ligt van haar strenge houding.
“Doe niet zo onhandig! Stop nou eens een keer met dromen. Let nou toch eens op!” Ze hoort het haar vader nog zeggen wanneer ze -niet voor de eerste keer- per ongeluk een beker thee van tafel stoot. Vijf jaar is ze.
Weer voelt ze de schrik van iets verkeerd gedaan hebben. Weer voelt ze die brok in haar keel. Weer steekt ze haar ‘kom-maar-op’ kinnetje vooruit om haar vader recht in de ogen te kijken. Balt ze haar vuistjes om rechtop te blijven staan in de boze woordenstroom die op haar af komt. Wat toen niet kon, kan nu wel: de schrik en het verdriet van toen krijgen alsnog de ruimte.
“Ogen en oren wijd open en opletten. Ben ik duidelijk?!” Haar vader leeft niet meer, maar zijn stem klinkt nog altijd door in de hare wanneer ze zichzelf scherp toespreekt. Hiermee houdt ze -onbewust- haar autonome zenuwstelsel op full alert, ook nu het niet meer hoeft.
Om haar zenuwstelsel een nieuwe gevoelservaring te geven, krijgt ze een eenvoudige zelfzorg-oefening. “Leg je rechterhand op je hart en je linkerhand op je linkerwang. Voel allebei je handen evenveel. Adem vier tellen in en zes tellen uit.. en geef mee, laat je hoofd steeds zwaarder worden in je hand.” Langzaam ontspant haar strakke nek, haar rug, haar gezicht. Haar wangen krijgen weer kleur. Allemaal signalen van een zenuwstelsel dat ontspant en terugkomt in zijn chillzone.
Deze oefening gaat ze de komende tijd doen wanneer ze merkt dat ze weer in een scherphoud-tirade schiet. Zo leert haar autonome zenuwstelsel dat het niet meer hoeft aan te spannen wanneer ze iets belangrijks doet.
“Dominique, heb jij dit nou ook nog wel eens?” “Zeker weten.”
Ieder autonoom zenuwstelsel -dus ook de mijne- heeft oude gevoeligheden en ingesleten overlevingspatronen. De kunst is om ze, liefst in de kleine dingen, te herkennen en de tijd te nemen om even in het gevoel eronder te duiken. Zodat ze niet meer onze keuzes hoeven te bepalen. Of onze stemming.
En dus stop ik deze morgen met het zoeken naar mijn reserve-oortjes. Leg ik een hand op mijn hart en de andere op mijn wang. Neem ik de tijd om te voelen wat het effect van mijn tirade is op mijn fysieke systeem. Laat ik mijn frustratie en het kleine golfje van verdriet eronder even uitgolven. En wacht ik tot mijn lijf weer ontspant.
Tien minuten later stap ik voor de tweede keer op de fiets. Met muziek deze keer.
En nu gáán!