Het is stil. Zó stil dat je de stilte bijna kan vastpakken. De zon schijnt door loom bewegende, lichtgroene bladeren en creëert een weldadige schaduw op deze hete zondagmiddag.

Het is zomer 2018 en ik ben met een kunstretraite in Italië. In het dal van Rieti om precies te zijn. Vandaag bezoeken we de Faggio, een enorme beuk met lange, groengolvende takken. Franciscus zou hier -eeuwen geleden- vaak hebben gerust en gemediteerd. Dat snap ik, de takken van de Faggio zijn zo dik dat je er gemakkelijk op kan liggen.

En dat is ook precies wat we doen. Languit liggend op die dikke groengolvende takken wordt de stilte nog stiller. Ik doezel weg. Wanneer ik mijn ogen weer open doe, zie ik hoe een zonnestraal schuin door het bladerdak en dóór een hartvormige holte in de stam heen schijnt. Het is alsof het hart van de Faggio in vuur en vlam staat. Ik kijk. En kijk. En ik blijf kijken… Zoveel mogelijk details neem ik in me op, zodat ik ze later kan tekenen.

Tijdens deze kunstretraite zijn er veel van dit soort kostbare momenten. Momenten waarin ik leer over mijn persoonlijke artwork: tekenen. Mijn manier van tekenen vraagt precies kijken. ‘Fenomenologisch kijken’ noemt mijn leraar het. Ik hoor je denken: “fenomeno-watte?!”.

Fenomenologisch kijken: door langere tijd iets heel gedetailleerd te bekijken en zo concreet en neutraal mogelijk te beschrijven leer je diens ‘phainomenon’ kennen, het wezen ervan. Ineens kén je het andere in zijn kern. In zijn wezen. En kun je dit met je hele fysieke systeem voelen. En tekenen.

Zo leren kijken vraagt tijd, geduld en training. Ons brein is er niet op getraind om langer dan een paar seconden naar iets te kijken dat niet beweegt. Fenomenologisch kijken vergt dus het trainen van mijn ‘aandachtsspier’.

Waarom vertel ik je dit nu?

Het fenomenologisch kijken heeft niet alleen mijn tekenen geïnspireerd. Het heeft ook mijn ervaring van omgaan met mezelf en met mensen veranderd. Hoe preciezer ik naar mezelf en de mensen om mij heen kijk en hoe concreter ik wat ik zie benoem, hoe meer contact ik ermee krijg. Niet alleen met wat er aan de oppervlakte zichtbaar is, maar ook met de laag eronder. Met dat wat er écht speelt.

En dat is tof!

Dus besloot ik deze manier van kijken zo om te buigen dat ik het kon toepassen in Autonoom Leiderschap. Echt kijken. Fenomenologisch kijken. Naar mijn eigen fysieke systeem en naar het fysieke systeem van de ander. Zo precies en neutraal kijken dat het wezenlijke zich toont. Van mijzelf en van de ander. Dan pas heb ik contact met wat er werkelijk leeft.

En die tekening van de Faggio? Benieuwd naar haar wezen legde ik het tekenproces vast. Wat zien jouw ogen?