Ik moet hier wat mee

Terug

“Ik houd er niet van om alleen te zijn. Dan word ik lamlendig. En down. Krijg ik niks meer uit mijn vingers. Ben ik een hele zaterdag alleen maar aan het Netflixen.” (..) “Ik doe het niet zo goed op stilte.”

Zevenentwintig is ze. Van buiten een vrolijke lachebek en altijd in voor een feestje. Van binnen lastige emoties waar ze met een grote boog omheen loopt. En dus is haar agenda altijd vol. En komt ze niet aan rust toe. “Dit houd ik niet vol Dominique. Ik moet hier wat mee.”

Dus beginnen we vandaag haar sessie Embodiment Coaching met onderzoeken hoe haar lijf zich op zo’n alleen-op-de-bank-zaterdag voelt. En dat valt niet mee. Nu ze haar aandacht naar binnen richt, valt alle vrolijkheid van haar af. Haar ogen krijgen een vochtig waas en kijken naar de grond. Haar lippen trillen. Haar adem stokt.

En dan gebeurt het. Haar ogen die net nog naar de grond keken, staren nu leeg voor zich uit. Haar gezicht dat zojuist nog signalen van verdriet gaf, heeft geen enkele uitdrukking meer. Haar borstkas gaat nauwelijks nog op en neer. Tegelijkertijd laat de snelle hartenklop in haar hals zien dat haar fysieke systeem getriggerd is. En niet zo’n beetje ook: door de intensiteit van haar opkomende verdriet is haar autonome zenuwstelsel in de freeze-stand gegaan.

Nu haar chillzone down is, is het extra belangrijk dat ik de mijne sterk houd. Alleen dan kan het voor de safe space zorgen die haar zenuwstelsel nu hard nodig heeft. Dus gebruik ik een stiltemoment om voor mezelf vier tellen in en zes tellen uit te ademen. Mijn voeten stevig op de grond te voelen. Mijn zitknobbels op de zitting. Mijn rug tegen de rugleuning. Nog een paar keer: vier tellen in… zes tellen uit. We kunnen verder.

Terwijl ik mijn voeten voel en mijn adem blijf volgen zeg ik een paar keer “ah ja…” en “mm…”

‘Ah ja’ en ‘mm’; het zijn de woordeloze klanken die de meeste kans maken om door haar getriggerde oren te worden opgepikt. Na een paar minuten verzachten de spiertjes in haar gezicht. Tijd voor een vraag.

Ik noem haar naam: “… kun je mijn stem horen?” Een kleinst mogelijk knikje komt als antwoord. Genoeg om mee te werken. Het volgende wat haar systeem nodig heeft is een fysieke ervaring van veiligheid. De comfortabele zwaarte en warmte van een deken zullen daarvoor zorgen. “Vind je het goed als ik een plaid over je schouders leg?” Ze knikt.

Met rustige bewegingen pak ik een plaid en leg hem om haar schouders. Loop terug naar mijn stoel en ga weer naast haar zitten. “Voel het gewicht van de plaid… en de warmte ervan.” De plaid en de klank van mijn stem zorgen ervoor dat ze niet verder in zichzelf wegzakt. “Blijf rustig naar mijn stem luisteren en je adem volgen. Je doet het prima.”

Ik kijk of we nog één stapje verder kunnen in het contact dat we hebben. “Vind je het goed als ik zo meteen mijn hand op je rechterarm leg?” Opnieuw een knikje.

Rustig leg ik mijn hand op haar onderarm en laat hem daar liggen. Mijn stem beschrijft wat ik zie gebeuren: Haar hartslag die kalmer wordt. Haar adem die meer ruimte krijgt. De spiertjes rondom haar ogen die af en toe bewegen. Allemaal signalen dat haar bevroren systeem begint te ontdooien. En haar chillzone weer begint met opstarten.

We zijn een kwartier verder. Genoeg voor vandaag. Tijd om haar systeem verder uit de freeze-stand te helpen. “Ik haal zo meteen mijn hand van je arm. Voel je de plaid nog om je schouders?”  Ze knikt. Stap voor stap brengt mijn stem haar aandacht naar haar voeten. Naar haar benen. Naar haar rug. Naar de stoel waar ze op zit. Langzaam komt er kleur op haar wangen. Dan komt er een zucht. En krijgt ze haar stem terug. “Die plaid was fijn. En jouw stem ook. Het maakte dat ik mijn lijf kon blijven voelen.”

“Je hebt het supergoed gedaan. Het heeft een reden dat je het moeilijk vindt om stil te zijn. Je systeem voelt dan zoveel dat het een soort van bevriest. Deze keer was het verdriet. Zo goed dat je ondertussen mijn stem kon blijven horen! Het is een belangrijk begin: leren voelen wat je voelt zonder dat het je hoeft te overweldigen. Hier gaan we rustig de tijd voor nemen. Zodat je stukje bij beetje leert voelen wat er in je lijf gebeurt wanneer er emoties zijn. Niet alleen als je alleen bent maar ook in je werk. Of als je met je vriendinnen op stap bent.”

Ze knikt. “Dat zou fijn zijn.” Dappere dodo.

Tijd om af te ronden. “Wat heb je nodig om je spieren weer helemaal wakker te maken? “Een oefening die we altijd bij de yoga doen.” Terwijl ze haar lijf opvouwt en uitrekt maak ik in de keuken een nieuwe kop thee voor haar. Wanneer ik met een dampende mok terugkom bewegen haar spieren weer lekker soepel en heeft ze een gezonde blos op haar wangen.

Voor we afscheid nemen vraag ik haar naar het concert dat ze vorige week met haar vriendinnen heeft bezocht. “Het concert van Racoon bedoel je? Dat was zó cool!” Foto’s komen tevoorschijn. Blije vriendinnenfilmpjes. En een YouTube filmpje van het beste-nummer-ever. De vrolijke herinnering brengt haar chillzone weer stevig in zijn up-stand.

“Tot volgende week!” Met een zwaai springt ze op haar fiets.

De komende sessies zal ze deze beweging van buiten naar binnen -en weer terug- vaker maken. Dit zal ervoor zorgen dat haar autonome zenuwstelsel stukje bij beetje uit zijn freeze-stand komt. Zodat ze haar lijf beter kan voelen. En daarmee haar emoties. Ook als ze weer een keer op zaterdag alleen thuis op de bank zit.