Heilige Huisjes

Terug

“We gaan het vandaag eens even anders doen.”

Het is voorjaar 1988 en jaar twee van mijn commerciële studie.

Onze gastdocent kijkt vrolijk de collegezaal in. Strak in het pak, donkere net-iets-langer-dan-hoort krullen en zo’n serieuze zwarte bril op. Hij heeft vandaag besloten tegen wat heilige marketinghuisjes aan te schoppen.

Geen prijs-, product-, promotie- en distributieschema’s. Geen staafdiagrammen en percentagetaarten. Geen zoveelste casus over een multinational die bewijst dat strategische product-marktcombinaties dé garantie voor succes zijn.

Wat wel? Hij vertelt verhalen.

Over een supermarkteigenaar die besloten heeft dat de service die hij biedt zijn belangrijkste product is. En dus brengen zijn medewerkers je boodschappen naar je auto.

Over een fabrieksmeubelmaker die blij wordt van handwerk en besluit zijn eigen artisanshop op te zetten. Er blijkt een nichepubliek te zijn dat graag extra betaalt voor zijn craftmanship.

En over een basisschooljuf met een afkeer voor vergaderingen en een gouden hart voor speciale-aandacht-leerlingen. Na twintig jaar twijfelen besluit ze als één van de eerste zelfstandige remedial-teachers aan de slag te gaan.

We smullen ervan. Geen onderuitgezakte slaaphoofden meer, maar rechte ruggen en alerte ogen. Terwijl ik luister naar zijn toffe verhalen vraag ik me af waar onze eigen docenten de afslag hebben gemist.

Terug naar onze gastdocent. “Wat missen jullie in deze verhalen?”

Daar zijn we snel uit. Geen prijs-, product-, promotie- en distributieschema’s om hun besluit te onderbouwen. Geen overtuigende staafdiagrammen en percentagetaarten. En ook geen strategisch gekozen product-marktcombinaties.

“Oké. En wat hebben ze dan wel?”

Nu breekt de discussie los. Waar in de collegezaal normaalgesproken een verveelde kunnen-we-al-weg-vibe hangt, gonst het nu van de stevige discussies. “Zéker weten.” “Ab-so-luut niet.” “Waar haal je dát nu vandaan, dat heeft hij helemaal niet gezegd!”.

Één voor één komen de discussiegroepjes met hun antwoord: een vurig hart voor hun vak. Een fikse hoeveelheid eigenwijsheid. De durf om hun eigen koers te kiezen tegen alles-wat-verstandig-lijkt in.

“Mooi. En… jullie zijn één ding vergeten. Wat is dat?”

Stilte. “Denk na mensen!” Nog meer stilte.

“Deze ondernemers hebben begrepen wat al die grote jongens niet weten of onderweg vergeten zijn…”

Hij laat de stilte nog even zijn werk doen. Ik grinnik. Je reinste entertainer deze man.

“… als ondernemer ben je je eigen product!”

De rest van het college denken we na over wat dat betekent voor je productontwikkeling: “Jezelf ontwikkelen ís je product ontwikkelen”.

Voor je prijsstelling: “Wat vind jíj jouw kennis en kunde waard?”.

En voor je promotie: “Vertel je persoonlijke vallen-en-weer-opstaan-verhalen mensen; het is de beste reclame die er is!”.

En die slimme product-marktcombinaties dan? “Gebruik je gezonde verstand, doe waar je goed in bent en vooral: volg je eigen fun.”

Dat gezonde verstand, doen waar je goed in bent en het volgen van je eigen fun zijn kwaliteiten die een stevige chillzone nodig hebben. Waarom? In je chillzone zijn je creativiteit, je intuïtie en je lerend vermogen online. In je chillzone ga je soepel om met triggers, twijfels en tegenslagen. In je chillzone ben jij de beste versie van jezelf. Dus ook als ondernemer.

Zit je autonome zenuwstelsel lekker in zijn chillzone? Dan wijst jouw chillzone je de weg en volgt je ‘next best step’ vanzelf.

Wil jij aan de slag met jouw ondernemers-chillzone? Leuk! Stuur me dan een mail. Ik heb binnenkort weer een plaats vrij voor een ondernemer die toe is aan productontwikkeling chillzone-stijl.