Gevoelige snaar

Terug

“Je bent ermee geboren.”

Het is januari 2001 en ik ben gestart met mijn allereerste traject persoonlijke ontwikkeling. De psycholoog -grijs haar, grijze rommelbaard en een donkergrijze slobbertrui- kijkt me neutraal aan. Ik weet mijn reactie nog: “Nou, lekker dan”.

‘Je bent ermee geboren.’ Wilde ik dit horen toen ik ging onderzoeken waarom ik gevoelig was voor stress? Zeker niet. Zo leek het alsof ik er ‘maar mee te leven had’ en daar hield mijn maakbare mensdeel niet van.

Vandaag de dag kan ik beamen dat deze psycholoog tweeëntwintig jaar geleden recht in de roos had geschoten. Ik bén ermee geboren.

Voor het ‘hoe zit dat dan’ neem ik je mee terug naar 1968. Mijn moeder wilde dolgraag kinderen. Zó graag dat de maanden dat ze mij droeg voor haar een tijd waren van zorg en angstig afwachten. Dit angstige afwachten maakte indruk op mijn systeem-in-wording. Letterlijk.

Letterlijk? Ja. Wanneer tijdens een zwangerschap het autonome zenuwstelsel van onze moeders voor langere tijd stress ervaart, krijgen wij als foetus via de placenta cortisol en andere stress-stofjes mee. Stofjes die hun sporen achterlaten in ons prille fysieke systeem: in ons brein, in onze hormonale opmaak én in de fysieke bedrading van ons autonome zenuwstelsel. Dat autonome systeem dat gericht is op overleven en daarvoor voortdurend onze omgeving scant op veilig en onveilig. Het autonome systeem dat, eenmaal in de stress-stand, geen zin meer heeft in groeien, leren en experimenteren. Want onveilig.

Nu komt het. Wanneer ons autonome overlevingssysteem in de baarmoeder al stressgevoelig bedraad wordt, is het op latere leeftijd extra gevoelig voor stress-stofjes en daarmee voor de omstandigheden die ze triggeren. Anders gezegd: de systeemonderdelen die zorgen voor een gezonde stressrespons werken niet optimaal.

Terug naar die gevoelige snaar in mij. Oké, dus mijn bedrading heeft een gevoelige stress-snaar meegekregen. Heb ik me daar dan maar in te schikken? Moet ik mijn leven vanaf nu dan zo inrichten dat ik zo min mogelijk nieuwe (lees spannende) dingen doe? Kan ik dan voortaan maar beter in mijn comfortzone blijven?

Degene die mij inmiddels een tijdje volgen weten beter. Het antwoord is drie keer nee. Groeien, leren en experimenteren geven instant een grote glimlach op mijn gezicht.

Maar hoe zit het dan met die gevoelige stress-snaar? Raakt mijn systeem dan niet voortdurend over de flos?

Voor het antwoord neem ik je mee naar de kern van wat ik Autonoom Leiderschap heb genoemd; persoonlijk leiderschap vanuit het autonome zenuwstelsel. Deze kern bestaat uit drie pijlers: zelfkennis, zelfzorg en zelfsturing.

Zelfkennis: weten hoe mijn persoonlijke systeem van denken, voelen en doen werkt en waar het gevoelig voor is.

Zelfzorg: weten wat mijn systeem van moment tot moment nodig heeft om gezond en veerkrachtig te blijven.

Zelfsturing: dit weten omzetten in doen.

Deze pijlers staan stevig op gemeenschappelijke grond; mijn autonome zenuwstelsel.

Wanneer ik langs deze drie pijlers leef neem ik die gevoelige stress-snaar vanzelf mee in mijn 24/7-zelfregulatie. Bij de eerste triggersignalen doe ik wat nodig is om mijn autonome zenuwstelsel weer in zijn chillzone te helpen. On the spot of zodra ik het naderhand opmerk: een paar minuten naar de lucht kijken bijvoorbeeld en tegelijkertijd mijn voeten voelen. Met mijn ogen dicht een favoriet liedje luisteren. Met al mijn aandacht mijn kat aaien. Een fris rondje park lopen. Een serie jumping jacks of juist wat yogastretches doen. Of een paar keer vier tellen in en zes tellen uitademen.

Inmiddels heb ik een rugzak vol met regulatietools. Glimmers noem ik die. Kleine (en grotere) doe-dingen die ervoor zorgen dat mijn getriggerde zenuwstelsel weer ontspant en terugkomt in zijn chillzone. Zodat ik toffe nieuwe dingen kan blijven doen zonder dat mijn systeem voortdurend over de flos gaat.

En dit is dus het antwoord: zelfs met een gevoelige stress-snaar kan je systeem zijn leven lang lekker groeien, leren en experimenteren. Doe ik ook. Het angstige afwachten van mijn moeder heeft niet alleen een gezonde baby opgeleverd, het bracht uiteindelijk ook een blije volwassene die -regulerend en al- het ene na het andere nieuwe project induikt.

Waarom vertel ik je dit nu?

Weten hoe onze foetus- en babytijd is gegaan geeft jou en mij als volwassene belangrijke input voor onze zelfkennis en zelfzorg. Zodat we onszelf nog beter kunnen sturen en reguleren. En we vrolijk blijven groeien, leren en experimenteren.

Inclusief zo’n gevoelige snaar.