Dubbele signalen
TerugKen je dat? Dat je in een slecht nieuwsgesprek, voorbij de glimlach op zijn gezicht, als eerste naar de ogen van je manager kijkt om in te schatten hoe heet de soep gegeten wordt? Of naar die van je partner, om na te gaan met welk been ze uit bed is gestapt? En wanneer ze -op je vraag of er iets is- van nee schudt, jij met je hele wezen weet dat er wél iets mis is?
We scannen voortdurend de mensen om ons heen. Laatst deden we hier een experiment mee in de Jaartraining Ontspannen Meesterschap die ik geef met Madelon Backelandt.
De cursisten zitten in tweetallen tegenover elkaar. Grapjes gaan over en weer. “We gaan onderzoeken wat jouw echte en jouw onechte -je sociale- glimlach voor effect hebben op het fysieke systeem van de ander.”
We beginnen. Wanneer een sociale, onechte glimlach gegeven wordt, begint een ontvanger ervan op zijn stoel te schuiven. Later zal hij aangeven dat hij het er acuut warm van kreeg en ook een brok in zijn keel. “Mijn kaken werden strak, mijn hart begon te bonzen en mijn buik spande aan. Ik wilde WEG.”
Wanneer de sociale glimlach van de cursiste tegenover hem vervangen wordt door een welgemeende glimlach die nu ook haar ogen bereikt, daalt zijn hartslag meteen en verdwijnt de brok in zijn keel. Zijn hele lijf ontspant en zijn gezichtsspieren beginnen vanzelf mee te lachen. “Ongelooflijk dat zoiets kleins, zo’n groot effect op je systeem heeft.”
Onze dagen zitten vol met dit soort momenten, zonder dat we het in de gaten hebben. We zijn ons vaak niet bewust van de kleine, subtiele signalen die onze autonome zenuwstelsels elkaar over en weer geven. Ook niet van wat dit vervolgens oproept in ons lichaam, onze emoties en onze gedachten. We zijn verrast dat ons humeur ineens omslaat, of dat we plotseling een vervelend gevoel in onze maag hebben. “Ik zal wel wat verkeerds gegeten hebben” is het eerste wat ons denkbrein erbij haalt om ons verhaal weer te laten kloppen.
Even terug naar het voorbeeld uit deze Jaartraining: het is allemaal het werk van de veiligheidsradar van ons autonome zenuwstelsel, die voortdurend het andere zenuwstelsel scant en daar vervolgens weer op reageert.
Ons autonome zenuwstelsel weet heel goed het verschil tussen een echte en een onechte glimlach en let daarbij op de kleinste bewegingen: doen bij een uitdrukking van blijdschap, de kleine spiertjes rondom de ogen van mijn gesprekspartner mee? Ja? Dan geven ze een boodschap van veiligheid en sturen ze mijn zenuwstelsel een uitnodiging om contact te maken. Blijven deze spiertjes bewegingloos en blijft de bovenste helft van zijn gezicht verder ook neutraal? Dan leest mijn zenuwstelsel een boodschap van onveiligheid. Dit geeft een -vaak onbewuste- alarmbliep en er gaat een signaal naar mijn brein ‘hier klopt iets niet’. Mijn zenuwstelsel raakt getriggerd en wordt alert. Mijn wenkbrauwen fronzen, de eerste ‘hm..’ is een feit.
Wanneer we deze ‘hm..’ in een gesprek negeren, zal ons gevoel van ‘hier klopt iets niet’ alleen maar toenemen. Uiteindelijk raakt ons zenuwstelsel compleet uit zijn relaxte chillzone en gaat vol in zijn vecht- of vluchtmodus: we gaan dwingende vragen stellen, kruipen in onze schulp of verzinnen een excuus om het gesprek voortijdig te beëindigen. Oftewel: we gaan uit contact met onze gesprekspartner. En dat willen we niet. We zijn ten slotte niet voor niets het gesprek begonnen.
Iets ogenschijnlijks kleins, zoals ogen die niet meedoen met een glimlachende mond, kan dus een heel groot effect hebben op je fysieke systeem en je gemoedstoestand en daarmee een gesprek in de soep laten lopen. Of zorgen voor een hele dag ruzie met je partner.
Het goede nieuws is dat wanneer je dit in de gaten hebt, je hier op in kan spelen en het gesprek weer op veilig kan zetten. Weten hoe je dat doet? Stuur me een berichtje!